Geschiedenis
GESCHIEDENIS VAN DE RUSSISCHE LAKKUNST.
Fedoskino, Palekh, Mstera en Kholui zijn wereldwijd gekend voor hun prachtige lakminiaturen. Deze kunstvorm heeft zich ontwikkeld aan het begin van de 18e eeuw en is mede door de rijke geschiedenis van folklore en iconografie één van Ruslands meest uitgesproken artistieke kunsten geworden.
De techniek van de lakkunsten vindt zijn oorsprong in China en Japan! Dank zij de vele ontdekkingsreizen werden de Chinese en Oosterse lakkunsten in de 16de eeuw geïntroduceerd in Europa. Tegen de 18e eeuw werden door Frankrijk, Engeland en Duitsland reeds prachtige snuifdozen in lakwerk vervaardigd. Een van de grootste producenten was Johann Stobwasser’s Manufacture in Braunschweig, Duitsland.
FEDOSKINO
In 1795 bezoekt Piotr Korobov de ateliers van Braunschweig. Johann Stobwasser’s Manufacture is gespecialiseerd in papier-maché voorwerpen die versierd worden met miniatuur laktechnieken. Binnen het jaar start Korobov zijn eigen atelier in de nabijheid van Fedoskino en stelt twintig arbeiders te werk. In het begin maakt hij zijn grootste omzet met het verlakken van “pieken” voor militaire helmen ! Maar algauw was de fabriek bekend voor zijn eenvoudige ronde snuifdoosjes. Speciaal gemaakte gravures werden bovenaan op het deksel gekleefd en bijwijl voorzichtig ingekleurd en bedekt met een transparante vernis. De gravures stelden militaire gevechten, belangrijke events, portretten of landschappen voor.
De “Gouden Eeuw” voor de Russische lakkunst begint na 1819 wanneer de fabriek overgaat naar Korobov’s schoonzoon Piotr Lukutin en daarna naar diens zoon Alexander Lukutin. Door de originaliteit en de hoge kwaliteit die de Fedoskino Meesters afleverde, kreeg Lukutin de eer om zijn initialen samen met het Russische wapenschild op de producten af te beelden. Ondertussen stelde de fabriek reeds honderd lakkers te werk. Ze had haar eigen opleidingscentrum waar boeren uit de streek opgeleid werden en bezat een museum met Lacquer Miniaturen uit Braunschweig, beschilderd porselein en miniaturen op ivoor en metaal.
De snuifdoos blijft het meest geproduceerde voorwerp. Lukutin maakt hen in tal van vormen. De doosjes liggen perfect in de hand en de randen zijn netjes afgerond. Alle kleine details zoals de boord van het deksel en het subtiele kader rond de miniatuur zijn precies afgelijnd. De binnenkant van de doos is soms onderverdeeld in vakjes en afgewerkt met zwarte of rode lak of bladtin. Sommige snuifdozen zijn belegd met paarlemoer, ivoor of mahoniehout of hebben een rijkelijk versierde buitenkant die er uitziet als een Schots ruitpatroon of het rugschild van een schildpad.
Lukutin produceert seriewerk maar ook unieke voorwerpen. Niet alleen snuifdozen, maar ook panelen, borden, dozen en glazen. De meeste artikelen zijn versierd met afbeeldingen van huiselijke taferelen, landschappen, portretten, historische en mythologische onderwerpen.
De thema's en onderwerpen van de afbeeldingen hangen in grote mate af van de opdracht en hun opdrachtgevers : van de adel en handelaars tot de gewone man in de straat. De lievelingsonderwerpen zijn ritjes in de trojka, volksdansen, waarzeggerij, kaartspellen, de huizen van de landadel, fraai geklede adellijke jongedames, jachttaferelen, zichten op Sint-Petersburg en Moskou en afbeeldingen van menners van paardenkoetsen, handelaars en winkeliers. Voor volkse mensen zijn de kleurrijke en elegante kledij die mensen van de adellijke stand dragen en de pracht en praal die met hun uitjes gepaard gaan, synoniem voor ideale schoonheid, waarheid en vrijheid. Ze worden gecombineerd en vermengd met poëtische en sprookjesachtige beelden van het landelijke leven die weinig te maken hebben met de dagelijkse realiteit.
De miniaturisten specialiseren zich in een bepaald genre dat opgedeeld is als volgt: klassieke composities, landschappen, portretten of een specifiek ragfijne goudbeschildering op een zwarte achtergrond.
Typisch voor de lakkunst van Fedoskino is dat de decoratieve taferelen gebaseerd zijn op tekeningen, schilderijen en gravures van andere professionele 19e eeuwse kunstenaars. Het creatieve van de miniatuurkunst van Fedoskino zit hem in de individuele bewerking van de originele compositie aangepast aan de lakkunsttechniek. De beelden en onderwerpen worden gecombineerd met de idealen en de artistieke methodes van de traditionele Russische volkskunst. Het is echter geen mechanisch kopiëren. De originele voorbeelden worden geleidelijk aangepast. Het onderwerp wordt vereenvoudigd en de symmetrie en de cirkelvormige grenzen van de compositie worden benadrukt; tegelijk wordt het kleurenpalet beperkt en de voorstelling geïdealiseerd. Het resultaat is de creatie van een heel andere en zelfstandige kunstvorm die de smaak en de opvattingen van de adel en grote delen van de landelijke bevolking weerspiegelt en natuurlijk van de volkse meesters uit de manufacturen van Fedoskino zelf.
De afbeelding komt tot stand door verschillende lagen olieverf aan te brengen, een techniek die eind 18de - begin 19de eeuw in de klassieke schilderkunst algemeen wordt toegepast. Eén na één worden tot vier lagen aangebracht en bewerkt: grondtonen, contouren, opeenvolgende doorzichtige lagen. Als een laag droog is, wordt ze met lak verzegeld. Op sommige plaatsen wordt paarlemoer in het oppervlak verwerkt, bladgoud gekleefd of zilverpoeder uitgestrooid. De rijke textuur is het resultaat van de afwisseling tussen opaak aangebrachte kleuren afgewerkt met een doorzichtige toplaag en 'translucente' stukken waar de ene kleur door de andere schemert. De lakminiaturen worden ze in heldere en zuivere kleuren geschilderd. Het overwicht van vermiljoen, om het hoofdtafereel weer te geven, en de levendige kleuren geven de miniaturen een opgewekte, muzikale uitstraling.
Omstreeks 1850 werken meer dan duizend boeren in de lakminiatuurwerkplaatsen. Rond 1900 gaat de kwaliteit van de lakkunst echter zienderogen achteruit. De fabriek van Lukutin moet in 1904 de deuren sluiten nadat de laatste eigenaar overlijdt. Zes jaar later wordt de 'Gilde van Fedoskino van voormalige meesters van de werkplaats van Lukutin' opgericht. Op die manier houden de oude meesters tot in de jaren ‘30 de oude glorie van hun ambacht in stand en proberen ze hun vakkennis door te geven aan jongeren. Jammer genoeg gaan de tradities en de vakkennis van hun ambacht langzaamaan verloren.
De kwaliteit in Fedoskino komt nog maar zelden boven de middelmaat uit. Uitzonderingen zijn de landschaps- en stillevengenres. In deze disciplines blijven voortreffelijke meesters zoals A.G. Vishnyakov, V.S. Borodkin en A.I. Leznov in hun eigen typische artistieke stijl voortwerken.
Vanaf 1940 maakt de miniatuur lakkunst een ernstige crisis door die enkele decennia aanhoudt. Het totalitaire regime dat zijn sporen nalaat in alle cultuurdomeinen, valt niet alleen de traditie van de icoonschilderkunst aan, maar ook het gebruik van metaforen en symbolen zonder meer. Het socialistisch realisme vraagt om propagandawerk en een realistische manier van weergave die de miniatuurtradities ondermijnen en die de specifieke artistieke, decoratieve en thematische originaliteit van de miniatuurkunst miskennen. De allegorische taal wordt opgegeven en de nieuwe lakwerken zijn ruwe imitaties van affiches of foto's.
De meesters van Fedoskino moeten voortaan klassieke Russische en Sovjet-Russische schilderijen mechanisch kopiëren. In Palekh, Mstera en Kholui worden vooral portretten van leiders van de Communistische Partij en van gewichtige officiële gebeurtenissen geproduceerd: 'De Optocht van de overwinnaars', 'Het oogstfeest', 'De Prijsuitreiking' enz.
Tegen deze achtergrond is het werk van kunstenaars zoals I.I. Strakhov, V.D. Lipitsky, S.P. Rogatov, M.S. Chizhov en G.I. Larishev in Fedoskino; I.P. Vakurov, N.M. Zinoviev en D.N. Butorin in Palekh en I.A. Fomichev en E.V. Yurin in Mstera die in staat blijken te zijn om het traditionele ambacht in stand te houden, een ware verademing.
In Mstera weten N.I. Shishakov, Lev A. Fomichev en V.F. Nekosov allemaal naam te maken tijdens hun zoektocht naar nieuwe artistieke methodes.
In de jaren 1970 begint de renaissance van de miniatuurkunst, vooral in Palekh. De kunstenaars B.M. Khodov, I.B. Livanova en Y.F. Shchanitsyna leveren een enorme bijdrage om de ideeën achter dit verloren ambacht nieuw leven in te blazen en krijgen hiervoor nog niet de appreciatie die ze verdienen. Vandaag wordt er opnieuw interessant en creatief werk geproduceerd door B.M. Yermolaev, N.I. Golikov en G.N. Kochetov in Palekh, door S.I. Kozlov, A.V. Korchagin en Yu.V. Karapaev in Fedoskino en door P.A. Mityashin, V.A. Yolkin, Sergey Dmitriev, Ye.Yu. Grachev en V.V. Kharchev in Kholui.
De nieuwe creatieve impuls blijkt succesvol. De belangrijkste kunstenaars trachten in nauwe samenwerking met studio's de vaardigheden, technieken en ervaring uit het verleden nieuw leven in te blazen in hedendaagse miniaturen door variaties te schilderen op bepaalde motieven en thema's. Ze maken op een briljante manier gebruik van de allegorische taal en de volkse verbeelding die uit de middeleeuwen en uit de volkskunst is overgeleverd. Dit geeft hen heel wat ruimte om hun artistieke ideeën in betekenisvolle gestileerde en symbolische beelden om te zetten: de eenheid van mens en natuur wordt poëtisch uitgebeeld als de onmisbare bron van het leven, de principes van liefde en goedheid worden beschouwd als de fundamenten van een harmonieuze wereld en dit alles geven ze weer in glanzende, glinsterende en glimmende miniaturen.
PALEKH
De lakminiatuurschool van Palekh ontstaat in de jaren 1920 en krijgt in de jaren 1930 navolging in Mstera en Kholui.
Deze drie scholen hebben één essentieel stijlkenmerk gemeenschappelijk waardoor ze zich onderscheiden van Fedoskino in de buurt van Moskou. Ze staan symbool voor de traditionele artistieke technieken uit de middeleeuwse en Russische icoonschilderkunst. Deze worden op een uiterst tactvolle manier toegepast op thema's uit sprookjes, liedjes en historische gebeurtenissen, of op taferelen uit het dagelijkse leven die op een gelijkaardige manier worden gestileerd. Professionele icoonschilders zoals Ivan Golikov, Alexander Kotukhin, Ivan Zubkov, Nikolay Zinoviev, Ivan Bakanov, Ivan Markichev en Ivan Vakurov die geen werk meer hebben als gevolg van de vervolging van de kerk en christenen na de Revolutie in 1917, moeten de kunst onder de knie krijgen om dozen van papier-maché en lak te maken en leren hoe ze de lak moeten voorbereiden en polijsten, omdat de meesters van Fedoskino niet veel van deze geheimen met anderen delen.
De basistechnieken voor de verwerking van papier-maché zijn dezelfde, maar het schilderen gebeurt op een heel andere manier in Palekh. Hier wordt, net als in Mstera en Kholui, geen olieverf, maar temperaverf op basis van eigeel gebruikt. De heldere kleuraccenten worden aangebracht op witte richtlijnen die op de zwart gelakte achtergrond is aangebracht. De kenmerkende fijne vloeiende lijn en de vele gouden lijnen worden volgens een bepaald systeem en in een bepaalde volgorde aangebracht. De versieringen zijn ook goudkleurig.
Naargelang het beoogde effect brengen de meesters uit Palekh hun verf in dikke of bijna doorzichtige lagen aan, waardoor buitengewoon rijke kleurschakeringen ontstaan. Hun inzicht en kennis over de verschillende voorwerpen vormen het artistieke raamwerk achter de miniaturen uit Palekh. De speelse lijnen en de muzikale herhaling van de elementen in de compositie vormen de voorstelling van een delicaat patroon dat vorm geeft aan het gladde, blinkende oppervlak van de zwarte lak. Ze passen de methode van geleidelijke overgangen van donker naar licht toe om het landschap te accentueren, om een speciale schakering te geven aan heuvels, water en paleizen, waardoor iets fascinerends ontstaat. Het schilderij wordt vervolgens afgewerkt met goud en met lak verzegeld. In miniaturen uit Palekh wordt de lucht nooit echt afgebeeld: de zwarte achtergrond wordt niet ingevuld en de horizon wordt niet weergegeven. Het diepte-effect in de composities ontstaat door de verschillende parallelle voorstellingsniveaus.
Als thema’s en onderwerpen in de miniaturen van Palekh is er een diepe voorliefde voor Russische landschappen en de natuur. Deze komen perfect tot uiting in de miniaturen uit Palekh, vooral in de levendige voorstellingen van jachttaferelen en veldslagen. Ivan Golikov (1886 – 1937) die zich meer dan om het even wie inzet om de kunst van Palekh te bevorderen, schildert dergelijke onderwerpen op een onovertroffen manier. Zijn composities zijn bruisend en de deksels van de dozen die hij versiert in zijn typische gepassioneerde en levenskrachtige stijl, stralen alle kleuren van de regenboog uit.
De natuur komt in een delicate en perceptieve manier aan bod. Elegante composities met krachtige lijnen en een ononderbroken vloeiend ritme gecombineerd met een opvallend directe sprekendheid. Voorstellingen van het leven in bv. een dorp stralen kalmte, stilte en gepeins uit. Het diepte-effect in de composities ontstaat door de verschillende parallelle voorstellingsniveaus. Het schitterende blauw van de lucht bespeur je in de zachte goudverf op de fluweelzwarte lakachtergrond. In miniaturen uit Palekh wordt de lucht nooit echt afgebeeld: de zwarte achtergrond wordt niet ingevuld en de horizon wordt niet weergegeven.
De decoratieve structuur van miniaturen uit Palekh weerspiegelt het grote inzicht van de kunstenaar in de Russische volksliederen. Vroeger werden in Palekh iconen geschilderd naar onderwerpen van religieuze liederen en hymnes. In lakminiaturen voegt het lied een muzikale en ritmische structuur aan het geschilderde beeld toe.
Ook in dit genre zijn de opmerkelijkste werken van de hand van Ivan Golikov. In zijn miniaturen vind je zowel muzikale als poëtische weerklanken terug. Zijn interpretatie van de middeleeuwse Russische klassieker 'Lied van Igors geest' is geniaal. Een kenmerkend en exuberant ritme geeft de vastberadenheid weer van de Russische krijgers die hun moederland komen verdedigen. Van de blauwe kleur gaat in deze reeks altijd iets dreigends uit. Blauwe bliksemschichten doorklieven de wolken op de ochtend van de slag bij de rivier Kyala. Svyaoslav ziet in zijn droom blauwe, vergiftigde wijn. De weerwolf Vseslav is tot slot gehuld in blauwe mist. Golikov maakt uitgebreid gebruik van deze symbolische betekenis die met deze kleur verbonden is, vooral bij het uitbeelden van de zonsverduistering boven het leger van Igor.
MSTERA
In 1931 wordt de 'Proletarische Kunst-gilde van lakschilders’ uit Mstera opgericht. De gilde brengt meesters bijeen die vroeger icoonschilders waren zoals N.P. Klykov, A.I. Bryagin, A.F. Kotyagin, I.A. Serebryakov, B.V. Yurin en anderen. De gilde van Mstera heeft van bij de oprichting een exportafdeling.
Net als hun collega's uit Palekh komen ze voort uit de traditie van de icoonschilderkunst. De kunstenaars uit Mstera leggen zich in het begin ook toe op landschappen. Vreedzame werktaferelen, jachttaferelen en feestelijkheden vormen de basis voor de heropleving van de miniatuur lakkunst. Ook bij hen verovert een lyrisch element een plaats in de verhaalstructuur van de miniatuurschilderijen.
In miniaturen uit Mstera komen geen fantastische bergen of bomen voor zoals in Palekh. Ze zijn vervangen door hemelsblauwe en roze heuvels bedekt met wouden en bosjes en door rivieren en meren die schitteren onder het zonlicht en zwart licht en zonnestralen weerkaatsen.
In de kunst van Palekh zijn lijnen even belangrijk als kleuren. In Mstera kiest men van in het begin voor een meer schilderachtige aanpak. Waar er bij miniaturen uit Palekh een tendens is om een narratief en symbolisch beeld uit te werken, legt men zich in Mstera toe op een gedetailleerde weergave.
Miniaturen uit Mstera hebben een gekleurde achtergrond meestal in lichtblauw of oker. Het kleurenpalet varieert van een koel zilverkleurig blauw tot een warm, goudrood-achtig oker. Het oppervlak lijkt een en al licht en lucht, terwijl de figuren die tegen deze achtergrond zijn afgebeeld, tekens of symbolen van de natuur zelf lijken te zijn.
KHOLUI
Kholui is het recentste centrum voor lakminiaturen op basis van temperaverf. In het begin zoekt het aansluiting bij Mstera en vervolgens bij Palekh, maar al snel laten de voormalige meester icoonschilders van Kholui het strikte artistieke systeem van Mstera en Palekh varen.
Zij combineren een beeld dat aanleunt bij oude Russische epische ballades en vooral historische onderwerpen, met een pittoreske interpretatie qua vorm en fantasie wat betreft de decoratieve composities. De beginselen die in de jaren 1930 zijn vastgelegd door de grote meester S.A. Mokin (en die vervolgens zijn uitgewerkt door V.I. Kiselyov, N.N. Denisov, V.A. Belov, B.V. Tikhonravov en N.I. Baburin) liggen aan de basis van deze traditie.